De basiscompetenties voor leraren geven aan welke eisen het onderwijs en de maatschappij stellen aan pas afgestudeerde leerkrachten (Vlaamse ministerie van onderwijs en vorming, 2018). Ze staan beschreven in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de basiscompetenties van de leraren.
Ik licht graag 2 competenties toe aan de hand van mijn eigen ervaringen en de groei die ik als leerkracht hierin kon ervaren.
De basiscompetenties worden benoemd als 10 functionele gehelen (FG) met daaraan verbonden een aantal beroepsattitudes.
FG1: De Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
FG5: De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
In de verschillende klassen waar ik stage gelopen heb, is het mijn ervaring dat leerlingen het moeilijk hebben om theoretische begrippen te studeren, alsook om structuur te brengen in hun lesmateriaal. Als leerkracht zoek ik steeds naar mogelijkheden hoe ik met mijn kwaliteiten leerlingen hierin kan ondersteunen, zodat zij geleidelijk zelfstandig hun weg vinden.
Ik kon ervaring opdoen in:
- Het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 2, type 2 en type 3.
Ik les gaf les aan kinderen met een licht verstandelijke beperking en jongeren met een emotionele of gedragsstoornis zonder verstandelijke beperking. De leeftijd situeerde zich tussen 11 en 23 jaar.
Vak: Algemene sociale vorming - Humane wetenschappen doorstroomfinaliteit (eerder bekend als het ASO).
Ik gaf les in de tweede graad, nl. het derde en vierde middelbaar.
Vakken: Psychologie en Sociologie, Filosofie
Vanaf mijn allereerste stage tot nu ontdekte ik het belang om aanschouwelijk te werken in de klas. Aanschouwelijk werken betekent dat de leerkracht de leerinhouden zo concreet mogelijk voorstelt via visuele en auditieve ervaringen. Al kunnen in principe alle zintuigen en waarnemingen aangesproken worden om het leerproces positief te beïnvloeden (Vakgroep EGO-OSV, 2020, p. 51).
Ik ontdekte het plezier om dit zelf als leerkracht invulling te geven en de leerlingen hiermee aan het werk te zetten. Van het ontwikkelen van spelmateriaal, het visueel uitwerken van begrippen, tot het maken van visuele schema's heb ik een hele weg afgelegd.
Structuur aanbrengen op een visuele manier - Herhalen van begrippen: DE AXENROOS
In het vierde middelbaar maken de leerlingen, voor het vak psychologie, kennis met de axenroos van Cuvelier. Deze 'roos' geeft inzicht in intermenselijke relaties. Elk dier staat voor een bepaalde gedraging. De leeuw staat bijvoorbeeld voor 'leiden'.
De door mij getekende figuurtjes van de axenroos gaven de mogelijkheid om:
- deze in te zetten in mijn powerpoint
- de leerlingen begrippen te laten inoefenen
- een papierstrook te maken, zoals hier voorgesteld, zodat de leerlingen deze diertjes in hun cursus konden verwerken
Het aanschouwelijke luik in mijn lessen betekende steeds een zoektocht naar:
- evenwicht met betrekking tot tijdsbesteding voor mij als leerkracht in de fase van het ontwerpen
- evenwicht met betrekking tot tijdsbesteding in de les
- balans vinden tussen het aanbrengen van het aanschouwelijk materiaal en klasmanagement
- verdieping in 'leren leren', hoe kan ik als leerkracht, rekening houdend met de leerlingen, echt bijdragen aan het proces van leerlingen om tot leren te komen
Deze zoektocht resulteerde in een praktijkonderzoek dat begeleid werd door de Arteveldehogeschool, met als titel 'Beelden (doen) werken'.
Het tekstuele aanbod in het secundair onderwijs is ruimschoots aanwezig via leerwerkboeken. Hoe kan ik als leerkracht dit materiaal op een zinvolle manier 'beeldend' aanvullen.
Ik leerde heel wat in de literatuur over de werking van onze beide hersenhelften. Links is gericht op taal, nl. letters en woorden. Rechts houdt van beelden, nl. tekeningen, kleuren. Als je deze beide hersenhelften laat samenwerken, ga je veel beter onthouden (van de Coolwijk, 2014, p. 54-55).
Beeldend werken is dus in het belang van zowel de talige leerlingen als de meer visueel ingestelde leerlingen.
Beeldend werken kan bijvoorbeeld door het maken van een visueel schema. Voor mij is dit het resultaat van het nadenken hoe ik een tekstueel lesdeel visueel kan (samen)vatten. Ik combineer tekst en beeld in een schema. Dit leunt aan bij het begrip conceptschema of mindmap.
Aan de hand van de literatuur ontwikkelde ik een criterialijst, waarmee ik mijn visuele schema's in de toekomst kan beoordelen. Ik geef een voorbeeld uit mijn praktijkonderzoek hoe ik aan de hand van deze criterialijst een door mij gemaakt schema heb aangepast naar een visueel schema:
Het gaat over de theorie van Erikson in de ontwikkelingspsychologie die voor de verschillende leeftijdsfasen beschreven wordt in het leerwerkboek 'Antropia'.
VAN EEN SCHEMA NAAR EEN VISUEEL SCHEMA
1. Schema
Het eerste 'schema' is zeker ok. Een schema op zich is ook visueel. Toch gaat het om de toevoeging van de tekeningen die het leren versterken, omdat we het beeld visueel en verbaal opslaan. Paivio heeft dit uitgewerkt en benoemd als de 'Dual Coding Theorie'. In het boek 'Wijze lessen, 12 bouwstenen voor effectieve didactiek' spreken de auteurs zelfs van een 'leerverdubbelaar' (Surma et al., 2019, p. 85). Dit pas ik toe in mijn visueel schema.
2. Visueel schema
3. Conclusie
Beide schema's geven de leerlingen een raamwerk, waarmee zij de tekst van het leerwerkboek verder met kernwoorden kunnen samenvatten. Toch zal ik, door mijn praktijkonderzoek, in de toekomst steeds met kleine eenvoudige tekeningen kernwoorden visueel vertalen. Door het voorbeeld te geven, wil ik leerlingen aanmoedigen met deze techniek te werken.
De omgekeerde vertaalslag is ook mogelijk. Leerlingen tijdens de les de theorie laten tekenen. Dit is een werkvorm die ik zeker wil leren kennen. De aanzet hiertoe vind je in een artikel in Klasse: 'Laat leerlingen tekenen tijdens de theorieles' (Verheyden, L.,2020).
Wil je meer weten over de basiscompetenties, bekijk dan zeker eens het document 'Infobrochure over het beroepsprofiel en de basiscompetenties voor leraren'. Deze werd samengesteld door belangrijke sleutelfiguren uit de diverse opleidingsniveaus.
Maak jouw eigen website met JouwWeb